(1985/6) Zo'n zeven jaar
geleden kreeg ik na aanzienlijke moeite een Russell Hall zo ver,
zonder staart te vliegen. Er leek mij met dit op zich originele
ontwerp wel wat meer te doen, wat leidde tot experimenten met vleugels
(fig.1), en met een sleevormig tussenstuk (fig.2). Beide vlogen
goed. Het tweede ontwerp deed in de lucht wat aan een bootje denken en
hieruit werd in 1980 de zeilboot geboren.
Het eerste model was 95 cm hoog en bleek een luchtankertje nodig te
hebben. Het tweede, 180 cm hoog, niet, maar deze trekt bij wat meer wind
als een beer. Daarom is het hier beschreven formaat een aardig compromis.
Schaalvergroten en -verkleinen is dus heel goed mogelijk. Ook kan het idee
verder uitgewerkt worden met meer zeiltjes en masten, zoals Jan Philipsen
onlangs bewees. (foto)
Klik
hier vooreen grotere versie van figuur 3
De constructie. Begin met het aftekenen en uitsnijden van alle
onderdelen, zoals aangegeven (fig.3). Let op de stofrichting! Zelf zoom ik
alles altijd om en snij daarvoor alles uit met een rand van ongeveer 1 cm.
Afbranden met een soldeerbout kan ook. Rode vlaggetjes, witte zeilen en
een donkerbruine romp vormen een aanbevolen combinatie. Versterk de
openingen A eerst met dacron, snij ze daarna uit met de soldeerbout. Voor
lusjes en dergelijke gebruik ik met de soldeerbout uitgesneden stroken
stevig""spinnaker van 2 cm breed, driedubbel gevouwen en vastgenaaid.
Andere systemen, zoals het rechtstreeks opstikken van nylon lijn (heel
sterk). Naai de drie onderste kieltjes op hun plaats. Naai lusjes aan de
punten B (zie fig.4) en in de kokers of hoezen bij C (fig.5). Bevestig op
dezelfde wijze bovenin de derde koker een lus die 9 cm uitsteekt (fig.6).
Maak weer met een strook spinnaker de grote vinnen aan de romp vast,
tussenruimte 13 cm (fig. 7). Evenzo de vlaggetjes bovenaan de eerste twee
kokers, zonder tussenruimte. Bevestig het eerste vlaggetje met een flinke
strook spinnaker - voor de stevigheid - aan het tweede en het tweede aan
het midden van de rechterlus fig. 8).
Nu kunnen de kokers dichtgenaaid worden, ook het lusje rechtsboven bij
het vlaggetje. Naai de zeiltjes op hun plaats. het eenvoudigste is een
paar keer over de punten heen en weer te naaien (fig. 9), maar mooier is
ook hier een strookje spinnaker te gebruiken. Maak punt D van de zijzeilen
ook zo vast. Naai tussen de punten E stukjes nylonlijn van 6.5 cm. Nu
kunnen de drie staanders in de hoezen. Boven en onderaan deze stokken moet
een kleine inkeping worden gezaagd en bij de punten A en F gaat een stukje
plasticbuis met een binnendiameter van 7 mm over de stok. (fig.10)
Knoop twee plastic buisjes met een binnendiameter van 7 mm aan de
uitstekende punten van de romp. Maak de zijzeilen met touwtjes vast. (Zie
fig. 12 voor de afstanden) Naai ringetjes met een binnendiameter van zo'n
12 mm in het midden aan de strookjes tussen romp en vinnen en bij het
tweede vlaggetje (punten G). Zaag twee spanners van 7 mm dik (I en II) en
een van 9 mm (III). Ik geef hier geen lengtes op; die kunnen het best
bepaald worden aan de hand van de uiteindelijke vlieger. Het is aan te
bevelen, spanner III deelbaar te maken met een stukje aluminiumbuis. Deze
gaat door de aangenaaide ringetjes. Spanner Il kan bij zwakke wind
achterwege blijven.
Toming. Leg de vlieger plat op de grond, op enkele plaatsen
verzwaard. Knoop een stuk nylonlijn van ongeveer 2 m de juiste lengte doet
er niet toe - aan de kielen links en rechts boven en een iets langer stuk
links en rechts onder. Bepaal van beide stukken het midden. Knoop een lijn
aan de vin midden-boven, neem de boventouwen bij elkaar, trek de vinnen
strak (vlieger plat op de grond) en leg een gewone overhandse knoop. Blijf
op het midden letten. Herhaal dit voor de ondertouwen. Bevestig tussen de
nu ontstane lussen een stuk lijn van ongeveer 50 cm en doe hierin een
ring.
Vlieggedrag Het juiste toompunt is afhankelijk van de heersende wind
en kan dus het best proefondervindelijk in het veld vastgesteld worden. Op
te merken valt dat wanneer de rand van de zeiltjes veelvuldig omklapt, de
toming te hoog is. Let op het ingebouwde spoiler-effect van de zeiltjes.
Trekt de vlieger één kant op, bijv. naar links, dan moeten de toomtouwen
aan diezelfde kant iets ingekort worden. (Dit effect gaat op voor alle
sleevormige vliegers). Bij thermiek gaat de zeilboot hoog in het zenith
ronddraaien, wat bij dit model niet zo mooi is. Dan is een luchtankertje
aan te bevelen. Veel succes!
|