windmill
Inleiding.
Nadat ik een Session gekocht had en 3 Speedwings Pro 100 (als stack), een kleine Spoetnik 3 en een
grote Speedfoil gemaakt te hebhen, besloot ik weer een nieuw model aan mijn verzameling toe te voegen.
Het werd een vierlijns foil, omdat ik nog geen vierlijner in mijn bezit had. Hierbij dan de beschrijving
van de vlieger die ik bouwde. Ik heb hem WINDM1LL-O3 genoemd. De vlieger is gebaseerd op de Quadrifoil
van 3 m:. Eerst zijn de maten genomen van een bestaande vlieger en later na wijzigingen zijn de maten
vermeld zoals hij door mij werd gebouwd.
Een belangrijke opmerking vooraf. Bij het maken van foils is de nauwkeurigheid de doorslaggevende factor
voor een goed vlieggedrag. Ik weet het uit ervaring. De veel te haastig in elkaar geflanste Spoetnik
3 heeft nooit gevlogen. Ik dacht dit komt toch niet op een halve centimeter nauwkeurig? Nou..mooi wel!
Dat is ook de reden dat ik foils en delta's nu eerst tape en dan pas naai. Het kost iets meer moeite,
maar het resultaat is altijd goed en het stikt eenvoudig. Met dank aan vliegerwinkel C. Witte in
Terheyden voor de tip. Ook voor andere tips en adviezen trouwens.
Let op: alle vermelde maten zijn maten zonder zoom. Waar nodig moet dus een zoom van 5-6 mm worden
bijgeteld. De afmetingen zijn cm, tenzij anders vermeld.
Materialen.
- Totaal 8 meter spinnaker van 150 cm breed, Carrington 42 grams.
- l rol dubbelzijdig tape van 5-6 mm breed.
- 5 meter dacronband, 3-4 cm breed.
- 60 meter dacronlijn, 35 kg trekkracht.
- 12 meter gevlochten lijn, 3-4 mm.
- Stevig polvester naaigaren, eventueel in de kleur van de vlieger.
- Stevige 4 lijns handgrepen.
- Bovenlijnen 150 kg dyneema (22,5 - 40 meter).
- Onderlijnen 100 kg dyneema (22,5 - 40 meter).
Schotjes.
Eerst maak je volgens de bijgevoegde tabel een mal van stevig karton. Trek een rechte lijn van
130 cm en zet hierop de koorde-afstanden (in cm) uit. Zet nu punten op de gegeven coördinaten naar
boven en naar beneden (in mm). Indien in de tabel maten niet zijn vermeld trek je een rechte lijn
tussen het laatst vermelde punt en de eerstvolgende coördinaat. Verbind de getekende punten nu met
een vloeiende lijn. Het profiel is inclusief een zoom van 5-6 mm. Snij de mal uit het karton. Maak
nu met behulp van de mal 13 schotjes van spinnaker. Teken de zoom op de schotjes met behulp van een
mal die rondom 5-6 mm kleiner is. Zelf heb ik 10 rode, l witte en 2 blauwe schotjes gemaakt. De blauwe
zitten aan de uiteinden van de vlieger en
de witte zit in het midden, omdat de twee middelste cellen in het onderdek wit zijn.
Plak een strook tape van K) cm op de zoom van de rechte voorzijde van elk schotje (daar waar de
opening komt). De opening loopt aan de "onderzijde" van het schotje van koorde-coördinaat O tot
en met 7,5 cm. Verwijder de beschermlaag en vouw de zoom precies op de zoomlijn om. Plak 2 kleine
stukjes tape op de omgevouwen zoom en plak een stukje dubbelgevouwen dacron van 10 cm op de omgevouwen
zoom. Naai het dacron vast op de "cel-opening van het schotje. Dit dacron dient om de cellen beter
open te houden, vooral als de vlieger op de
grond ligt of net opstijgt. Maak zo alle schotjes gereed.
Profielmaten
Koorde cm |
Onder in mm |
Boven in mm |
0
2,5 5 7,5 10 12,5
15 17,5 20 25
30 35 40 45 50
55 60 65 70 75
80 85 90 95 100
105 110 115 120 125
130 135
|
9
.. .. 84 87 91
.. .. .. 97 ..
95 92 91 87 ..
.. 81 .. 75 71
68 64 62 59 ..
49 .. .. 35 32 ..
|
-9
37 60 76 86 92
96 .. 98 96 93
89 .. 82 78 72
67 60 54 47 39
33 26 19 .. ..
.. .. .. .. -18
..
|
Onder- en bovendek.
Neem een stuk spinnaker van 150 breed en 250 cm lang. Leg het glad op tafel met een 150 cm zijde naar
je toe en begin met een zoom van 6 mm af te tekenen. Zet nu gemeten vanaf deze zoom 12 lijnen over de
breedte van de stof. Steeds op een afstand van 20 cm. Teken na de laatste lijn weer een zoom van 6 mm.
Er blijft nu ongeveer 8 cm stof over. Snij dit af. Teken nu haaks op
deze lijnen, aan de bovenrand van de stof, een zoom van 6 mm. Plak tape op de zoom en vouw hem om.
Vervolgens de zoom vaststikken. Dit wordt de neuszijde van de vlieger (in de tekening is dit de bovenste
zijde). Trek nu 6 mm rechts van de lijnen die de plaats van de schotjes aangeven, een dunne hulplijn.
Tussen de beide lijnen wordt later de tape geplakt voor het schotje. Maak op dezelfde wijze het
boven-dek. Als je in het boven- en/of onderdek een motief wilt aanbrengen moet je dit nu doen
(met spinnaker of acrylverf). Als de schotjes eenmaal genaaid zijn kan dit niet meer. Mijn eigen
Windmill-Q3 heeft een rood boven- en onderdek en blauwe zijkanten (vinnen en buiten-
ste schotjes). De twee middelste cellen in het onderdek zijn wit (met een wit schotje). Op dit witte
vlak zit in het blauw de aan het begin van deze beschrijving getekende Q. Tip: plak de tape altijd op
de zoom zelf (op het stuk dat wordt omge-vouwen dus). De zoom wordt dan met tape en al omgevouwen. Op
deze wijze rimpelt de zoom niet. Vouw steeds stukjes van 20-30 cm per keer. Voorzichtig strak trekken
en plakken.
Toomlusjes.
Vouw een strook dacron dubbel met een scherpe vouw. Vouw het dacron terug open en plak een strook tape
aan de binnenzijde tegen de rand over de volledige lengte. Plak het dacron nu dubbel. Plak een tweede
strook tape op dezelfde plaats aan de buitenzijde. Knip nu 44 stukjes van l cm breed. Knip volgens de
tekening de lusjes af. Ter extra versteviging heb ik de lusjes na het naaien over de stiknaad
vastgelijmd met secondelijm. Laat enkele druppels op het genaaide lusje vloeien.
Verdeel eventueel met de tip van de tube. Wrijf de lijm niet uit met
je vinger, daar krijg je spijt van.
Vinnen.
Maak volgens de tekening twee vinnen van Spinnakernylon. Zoom de twee korte zijden om met tape en stik
ze vast. Plak en stik aan de binnenzijde van de vinnen een strook dacron. De langste strook ligt l cm
van de zijkant af. De kortere begint en eindigt halverwege (dus op respectievelijk 42 en 33 cm). Laat
het dacron aan het uiteinde in de vorm van een toomlusje ongeveer l cm uitsteken. Knip dit uiteinde
in dezelfde vorm als de toomlusjes. Pas op: de vinnen zijn niet alle gelijk maar eikaars spiegelbeeld.
In mijn Windmill-Q3 heb ik de vinnen blauw gemaakt, net zoals de buitenste schotjes. Leg nu de mal van
de profielen op de langste zijde van de vinnen. Kijk goed op de tekening hoe de vinnen aan het onderdek
en de buitenste schotjes komen. Trek nu met een potlood de onderzijde van de profielvorm over op het
Spinnakernylon. Over deze lijn wordt straks genaaid. De vinnen sluiten dan mooi aan op de vorm van
het profiel.
Innaaien schotjes.
Rol het onderdek, beginnend aan de rechterzijde op. Plak met tape de vin en het eerste schotje op het
onderdek. Kijk even goed hoe dit moet. De naden moeten aan de binnenzijde van de vlieger komen.
Vergeet niet het eerste toomlusje mee te plakken. Naai nu alles zorgvuldig vast.
Plak hierna een strook tape voor het tweede schotje. Plak de tape tussen de lijn en de hulplijn.
Plak aan de andere zijde van de stof de 3 bovenste toomlusjes op O, 37 en 74,5 cm vanaf de bovenzijde.
Verwijder nu de beschermlaag en plak het schotje zorgvuldig (stuk voor stuk) op de tape. Als je aan
het schotje een zoom hebt van 5-6 cm plak je de rand van de zoom simpelweg tegen de hulplijn. Begin
precies bij de overgang tussen het dacron op het schotje en het begin van het onder-dek. Stik het
schotje vast. Let er op dat de aan- en afhechting zorgvuldig gebeurt. Naai telkens als je een
toomlusje passeert enige malen heen en weer zodat de losjes stevig aan het onderdek komen te zitten.
Op deze plaats grijpen de krachten aan de vlieger. Als je heel netjes wilt doen stik je nogmaals,
maar dan langs de rand van de zoom. Het plakband kan dan niet meer loskomen en er kan geen vuil
tussen gaan zitten.
Stik en plak zo alle schotjes en de tweede vin aan het onderdek. Het werkt het handigst als je het
stuk van de vlieger dat reeds genaaid is oprolt en het stuk dan nog moet gebeuren afrolt. Zodoende
blijft de vlieger een klein pakketje waarmee je eenvoudig kunt manoeuvreren. Plak en stik vervolgens
de andere schotjes. Bevestig hierna de schotjes aan het bovendek (rol de vlieger weer op en af tijdens
het naaien). Voor het naaien van het laatste schotje aan het bovendek rol je de hele vlieger strak
op. Vouw nu het bovendek om de ene en het onderdek om de andere zijde van het pakketje. Plak en
naai de laatste naad dicht. Langs de opening van de cel kan nu de vlieger weer naar buiten worden
getrokken. Snij nu het boven- en onderdek in een rechte lijn af op het einde van de schotjes. Vouw
een strook dacron om de staartzijde af te werken. Vouw, plak en stik het dacron om de staartzijde.
Vergeet niet de resterende 12 lusjes van de ondertoom mee te stikken. Naai op de lusjes
weer een paar maal heen en weer.
Het doek is nu klaar.
De toom.
De toom bestaat uit 2 symmetrische delen. Gemakshalve is er in de tekening maar l getekend. De
primaire toom wordt gemaakt van de dacron lijn. De secondaire van de 3-4 mm gevlochten lijn (toomdraad).
De primaire toomlijnen vormen telkens paren. Er komen dus 4x3 paren bijeen. Maak de paren uit l stuk
lijn. Test eerst op een los stukje draad hoeveel lijn je gebruikt voor het leggen van een toomknoop
met borg en een lusje (de in de tekening vermelde lengten zijn de lengten na het knopen). In mijn
geval kostte een lusje l cm en een toombevestiging aan het onderdek 4 cm. Alle lijnen moesten dus
5 cm langer worden gemaakt. Pas op dat er bij het vastknopen van de lijnen geen slagen in zitten.
Maak zo alle primaire toomlijnen aan het onderdek. Knoop nu van de gevlochten lijn de secondaire
toom. Dit deel bestaat uit 3 draden. Neem een lijn dubbel. Neem een tweede lijn en leg het begin
hiervan gelijk met het dubbel-gevouwen deel. Knoop een lusje van
ongeveer 2-3 cm. Knip nu het uitstekende deel van de derde lijn kort af (afsmelten). Zo krijg je
een nette knoop met drie lijnen. Bevestig nu de drie lijnen door middel van een toomknoop aan de
drie bovenste delen van de primaire toom. Bevestig ook een lijn aan het onderste deel van de toom.
Deze lijn is 100 cm lang. Het is verstandig om deze lijn bijvoorbeeld 160 cm te maken met knopen
van 80 tot 160 cm (om de 10 cm) .De toom kan dan op verschillende lengten aan de onderste stuurlijnen
worden vastgemaakt. Tijdens het vliegeren heb ik hier veel plezier van. Bij harde wind rekken de
onderlijnen minder dan de bovenlijnen. Bovendien kun je de stand van je handgrepen dan naar eigen
smaak en kunde beïnvloeden.
Vlieggedrag.
De eerste vlucht was voor mij een sensatie. Het waaide niet erg hard (3 a 4 Beaufort) maar toch stond
ik nog voordat de vlieger op zijn hoogste punt was 10 nieter verderop (lengte stuurlijnen was 40 meter).
Wat een brute kracht. Hou hier dus rekening mee bij het voor de eerste keer oplaten. De Windmill-Q3
laat zich zowel op de twee- als op de vierlijnsmanier besturen. Bij het
sturen op de tweelijnsmanier klapt de vlieger aan de randen van het windbereik soms in elkaar. Dit
komt dan doordat je handen te veel lengte verschil in de lijnen geven. Meestal herstelt dit zich wel
voordat hij de grond raakt.Mocht je toch neerstorten dan is er nog niets aan de hand. Het is immers
een vierlijner. Hij stijgt gemakkelijk weer op (desnoods onderste boven). In de praktijk stuur je
het beste met de combinatie van de vier- en de tweelijns manier. Om goede spins om het centrum te
kunnen maken is dit zelfs noodzakelijk.
Zoals ik al beschreef is deze vlieger een echt sleurbeest. Opvallend is dat hij in de hoeken en
ook recht boven je hoofd nog flink trekt. Ik heb het nog niet geprobeerd, maar ik denk dat je deze
foil bij windkracht 6 of hoger beter thuis kunt laten, of je moet van het grotere werk houden!
Doordat deze vlieger 4 lijnen heeft kun je de trekkracht wel eenvoudig regelen hetgeen nauwkeurig
moet gebeuren. Door de trekkracht krijg je al snel zere polsen. Zelf vlieg ik deze vlieger met een
eenvoudig "tuigje". Aan de bovenzijde van beide handgrepen zit een stevig nylon touw. Dit touw
loopt onder mijn achterwerk door. Ik kan als het ware op deze lijn gaan zitten. De
grootste krachten kun je dan bedwingen met je lichaamsgewicht, terwijl je met je handen alleen de
onderzijde van de handgrepen gebruikt om te sturen. Als de onderlijnen goed zijn afgesteld, dan
gaat de vlieger als je de handgrepen loslaat en de vlieger alleen met je lichaam vasthoudt, toch
vanzelf recht omhoog. Dit kun je veel langer volhouden. Pas wel op bij harde wind. Deze vlieger
trekt dus echt hard en een kleine toename van de wind zorgt voor veel extra kracht! Verder gedraagt
de Windmill-Q3 zich zoals andere vierlijners. Omdat hij groot is reageert hij rustig en voorspelbaar.
Hij is in de lucht veel stabieler dan bijvoorbeeld een Revolution.
De cellen vullen zich door de grote, naar voren stekende openingen zeer gemakkelijk met
lucht. Bij het achteruit of onderste boven vliegen doet zich een eigenaardig verschijnsel voor.
Omdat de lucht uit de cellen stroomt wordt de vlieger veel slapper. Hierdoor wordt hij een stuk
minder hoog. Hij wordt als het ware in elkaar gedrukt. Zodra je weer de andere kant op stuurt
vullen de cellen zich weer en krijgt de foil zijn normale postuur terug. De Windmill-Q-3 maakt
mooie grote en vloeiende loopings. De kleinst mogelijke spin is, zoals gebruikelijk bij vierlijners,
een spin rond zijn eigen centrum.
Als je nog nooit met een vierlijner gevlogen hebt begin dan voorzichtig. Het lijkt eenvoudig maar
pas op. Als deze krachtige vlieger eenmaal begint te tollen, dan is het voor een onervaren
bestuurder moeilijk om hem te volgen en onder controle te houden. Dat ligt niet aan de vlieger.
Dat is de (on)kunde van de piloot! Vrees niet! Als je voorzichtig start kun je na een middagje
oefenen al heel aardig en gecontroleerd vliegen. De moeilijker trucs komen vanzelf zoals landen
op de rugzijde, rollen over de grond enzovoort. Voor de beginner is het een aardige truc om de
vlieger te laten dansen. Telkens 10 cm opstijgen en dan weer terug laten zakken op de grond.
Slot.
Je hebt na het naaien vast nog wel wat stof over. Maak gelijk even een zakje. Het is verbazend
om te zien dat zo'n grote vlieger zich laat opbergen in een froudraal van 45 x 10 x 10 cm.
Als laatste dan nog een opmerking. Wees voorzichtig. Deze vlieger trekt echt hard als het een
beetje begint te waaien. Veel succes en heel veel plezier....
|