Dit
is een afgeleide van de doosvlieger en mits een beetje nauwkeurig gebouwd
eentje die best wat wind af kan. We hebben gekozen voor een afwerking met
losse tunnels. Wel iets meer werk, maar dit levert wel een vlieger op die
steviger is en door z'n opspanframe langs de buitenzijde, lekker strak kan
worden opgespannen. De korte zeillatten die in de knik van de binnenste en
buitenste zeilvlakken worden opgenomen zijn niet noodzakelijk. Toch lijkt
het ons beter om ze wel op te nemen, het meerwerk van de tunnels zal zich
later bewijzen. Het doek komt door deze zeillatten strakker te staan zodat
het minder kan bewegen (beweging is verstoring dus negatief).
MATERIAAL
3,5
m1 spinnakernylon, 54 of 64 grams, 104 cm breed.
15 m1 spinnakerzoomband.
7 staanders Ø 8 mm RF 1.5 m.
24 spanners Ø 7 mm ramin lang ± 33 cm.
24 stukjes slang Ø 7 mm inwendig, 6 cm lang.
12 einddopjes Ø 8 mm inwendig.
12 stuks zeillat Ø 2 mm volglas, 40 cm lang.
10 m1 toom- en spanlijn, ±1½ mm dik.
1 toomring.
ZEILEN
Om
deze vlieger nauwkeurig te kunnen maken moeten we goed haaks werken. De
buitenste zeilvlakken zijn hier uit een enkele strook vervaardigd.
Voor
de randafwerking is gekozen voor spinnakerzoomband, dus hier geen toeslag
voor mee rekenen. Seal de stroken uit en teken vervolgens de verdeling van
de vlakken op de stof. Controleer steeds of de lijn haaks op de zijden
staat. Een simpel hulpmiddel hierbij is de 3-4-5 steek. Door een driehoek
van 30 x 40 x 50 cm uit te tekenen is een perfecte haakse hoek uit te
zetten. Reken aan de beide uiteinden een toeslag van 7 mm voor de
sluitnaad. De binnenste zeilvlakken bestaan uit 3 losse delen. Alle delen
van een 5 mm zoomtoeslag in de lengte voorzien. Door een van deze delen
zorgvuldig te voorzien van een tweetal lijnen in het midden, kan hier de
tunnel worden samengesteld voor de middenstaander. Is alles afgeschreven
met zacht potlood dan kan het spinnakerzoomband om de boven- en
onderranden heen. Vervolgens moeten een 12- tal tunnelstroken worden
gemaakt om de buitenste staanders op hun plaats te houden en 12 stroken om
de zeillatjes in te schuiven. De eerste stroken zijn 13 mm plus (2 x 7 mm
zoom x 2) = 41 mm breed. De stroken voor de zeillatjes zijn smaller en wel
4 mm plus (2 x 5 mm x 2) = 24 mm. Beide strook-soorten omzomen. De lengte
van de stroken is 40 cm en ze worden op de koppen afgewerkt met zoomband.
SAMENVOEGEN
VAN DE ZEILEN
We
hebben nu twee lange stroken waarop we de tunnels voor de buitenste
staanders kunnen naaien, behalve de laatste omdat we eerst alle andere
naden moeten naaien.
Om
het binnenste gedeelte samen te stellen spelden we de 3 zeiltjes op elkaar
en stikken over de potloodlijn de zeiltjes vast. Is dat klaar dan aan de
buitenzijden de tunneltjes voor de zeillatjes vastzetten. Hou wel goed in
de gaten dat alle tunnelstroken, ten opzichte van de middenstaander, aan
de zelfde kant van het zeil moeten zitten. Dit voor het goed kunnen
samenvoegen van de binnen en buiten zeilen. Deze volgorde is voor het
samenvoegen van groot belang, probeer anders eerst een papieren model in
elkaar te vouwen en te plakken. We beginnen bij een uiteinde en spelden
het binnenste zeil op de juiste maat op het buitenzeil. Vouw de
tunnelstrook voor de zeillat weg van de stiknaad en zet de strook
tijdelijk vast met wat spelden. Stik het zeil vervolgens vast en vouw de
tunnelstrook terug op zijn plaats en stik deze op 5 mm van de rand vast.
Nu moeten we die zoom nog platstikken en de naadconstructie is klaar. De
zoom van het binnenzeil is samen met de zoom van de tunnel platgestikt en
tevens niet meer zichtbaar. Maak alle binnenzeilen op deze manier vast aan
de buitenzeilen. Als laatste moeten we de strook nog sluiten en voorzien
van een tunnelstrook voor een staander. Dit sluiten gaat wel wat lastig,
maar hiervoor is een simpel trucje. Vouw de gehele constructie
binnenstebuiten en stik de sluitnaad vast. Nu kan de cel worden terug
gekeerd, dus gewoon weer binnenstebuiten en zoals je ziet, zit alles op
z'n plaats. De tunnelstrook voor de staander kan er nu worden in gespeld
en vastgestikt. Lastig werkje, omdat we dan ook binnen in een cel moeten
werken. Desnoods van twee kanten een gedeelte
naar binnen toe naaien. Nu kunnen de zeillattunnels aan een zijde
worden dichtgenaaid. de overliggende zijde word later handmatig gesloten
als de zeillatten worden ingebouwd. Is dit allemaal klaar dan alleen nog
de spanlijntjes en lusje op de tunnelstrookzomen vastzetten. De spanlijnen
tussen de cellen in worden aan een cel vastgenaaid. De andere zijde moet
door een lusje van spinnakerzoomband of van een in een lus vastgenaaid
lijntje komen. We kunnen zo de lengte bijstellen. Aan de zijde waar de
staanderuiteinden komen naaien we 15 cm lange lijntjes vast voor het
opspannen van de cellen.
naar boven
FRAME
De
stukjes slang worden op lengte gemaakt en van een gat voorzien. (TIP:
gebruik een Ø 6 mm messing koppelbus in de boormachine. Dit maakt mooie
strakke gaatjes)
Voorzie de staanders aan de uiteinden van een 3 mm diepe
zaagsnee in de lengte van de staander, hierin komt straks de knoop van de
opspanlijn. Schuif de slangetjes die tussen de cellen komen op de
staanders. Vervolgens worden de staanders in de tunnels geschoven. De
slangetjes aan de buitenzijden van de cellen op de staanders schuiven.
Door de cellen met elkaar te verbinden en de lijntjes aan de buitenzijden
vast te haken achter de zaagsnede spannen we de zeiltjes van de beide
cellen strak. Houd steeds in de gaten dat er geen rimpels mogen ontstaan.
Nu kunnen de spanners in de slangetjes worden geplaatst. Voor bepaling van
de juiste lengte moeten ze iets langer worden gemaakt. Door ze allemaal te
plaatsen zal blijken dat de laatste een overlengte heeft. Meet deze
overlengte op en deel deze maat door de zes spanners. Door deze maat van
de spanners af te halen zullen ze perfect passen. Bedenkt wel dat een
beetje spanning een strakke vlieger oplevert. Zit dit allemaal in elkaar
dan staat er een vlieger voor ons die z'n voltooiing nadert. De rubberen
einddopjes moeten nog op de staanderuiteinden en de zeillatten nog in hun
tunnels. Dit laatste vereist nog wat naaiwerk, wat alleen met de hand kan
worden gedaan. Ook hier geld dat een beetje spanning een strakke vlieger
oplevert dus maak de zeillatjes zo lang dat ze de tunnel strak spannen. naar
boven
TOOM
De
in de tekening aangegeven maten zijn indicaties en wellicht is nog iets
verstellen raadzaam. Tevens is te overwegen of de spanner die tussen de
toompunten zit in holglas word uitgevoerd. De krachten op die spanner zijn
best groot. De toomlijnen bevestigen we aan de staanders met een niet
schuivende knoop. De vlieger is nu klaar voor z'n luchtdoop. Wacht op een
strakke bries durf wat lijn te geven. Zo'n type vlieger is bedoeld om op
hoogte te presteren en niet op maar 20 meter lijn. Veel succes met je
starbox vlieger.
naar boven
|