Het ontwerp van deze vlieger is van Bill Lockhart, een vliegeraar uit Texas.
Deze vlieger die het vooral bij zwakke winden goed doet is zeer
stabiel. De constructie
doet denken aan de begin dagen van de vliegtuigbouw toen constructeurs
nog pionierden en experimenteerden. Dat was het begin van de 19e eeuw.
Maar ook aan het begin van deze eeuw, is dit nog steeds een
pracht model om na te bouwen. Het vliegbereik ligt tussen 1 - 4 Bft.
MATERIAAL
- 3.5 meter spinnakernylon, 1 meter
breed
- 2x Kruisstukjes 6 mm
- 3x koolstof buis 6x4 mm, 150 cm
- l x koolstof buis 6x4 mm, 125 cm
- 2x koolstof stok 3 mm, 1 00 cm
- 5 meter dacron band 50 mm
- 4x einddop 3 mm
- 1x einddop 6 mm
- 5x Splitdop 6 mm
- 10 meter toomlijn (50 kg)
- 10 meter spanlijnen (35 kg)
ZEILEN
Voor deze beschrijving gebruiken we geen ingewikkelde zeilindeling, maar
met totaal 5 vlakken stellen we de vlieger samen. Deze vlakken bestaan uit
een middenvlak, twee boven-vleugeldelen en de twee staart-vleugeldelen. Om
al die verschillende delen goed te kunnen uitsealen maken we eerst een mal
van elk onderdeel. Een mal gemaakt uit dik karton bewijst keer op keer
zijn diensten en is eigenlijk onmisbaar. Door eerst het middenstuk te
maken kunnen we gebruikmaken van de schuinte van de zijkant die weer over
te nemen is op de vleugelvlakken. Daar waar de delen aan elkaar moeten
worden gestikt houden we rekening met een toevoeging van 7 mm voor de zoom
(zie stippellijnen bij het Zeilplan). Let hierop bij het vervaardigen van
de mallen. Snij alle delen zorgvuldig uit. naar boven
SAMENVOEGEN
We kunnen nu de vleugeldelen aan het middenstuk stikken. Leg steeds de
zoom aan de achterkant van de vlieger en stik deze met een tweede steek
plat. Aan het middenstuk, tussen de bovenste en onderste vleugel, zit een
strook stof die tevens naar achter moet worden omgezoomd. Later word
hierover nog eens een zoomband afwerking heen gezet. Vervolgens gaan we
het middenstuk eerst van een neusversterking voorzien door twee lagen
dacron (iets verspringend) in de punt te naaien. Hier overheen kan dan
later de zoomband voor de randafwerking komen. Dit geeft een verzorgd
geheel. Daarna naaien we op de onderste rand van het middenstuk de
versteviging (waar we later het lusje en de opspandraadjes kunnen
bevestigen). Op alle vleugelpunten moeten dacrontasjes worden genaaid.
Bestaand uit twee lagen dacron iets verspringend. Ter plaatse waar de
zeillatten nabij de vleugelstokken komen moeten tevens dacrontasje worden
gemaakt. Al deze verstevigingen dienen aan de achterzijde te komen (uit
het zicht). Hou bij de tasjes aan de vleugelhoezen rekening met het feit
dat de dacron vleugelhoes nog over de stofrand heen gevouwen wordt. De
tasjes dienen dus iets lager te zitten dan gelijk met de stofrand. Wat
zeker niet vergeten mag worden zijn de verstevigingen ter plaatse van de
vleugelaanhechting met het middenstuk. Hier moeten we een viertal dacron
segmenten vastnaaien die het uitscheuren voorkomen! Zitten alle
dacronverstevigingen op z’n plaats (ook die waar de kruisstukken komen)
dan kan de zoomafwerking beginnen. Alle zijden
van het middenstuk en de onder- en zijkanten van de vleugels kunnen we
afwerken met zoomband. Ter plaatse van de tunnel kunnen we de afwerking
achterwege laten daar komt straks een dacron strook overheen. De
vlieger begint zijn vorm te krijgen.
Wat ons nu nog rest is het vervaardigen van de dacron vleugelstokhoezen.
Door ze aan de zijde van de kop zo’n 2 cm om te vouwen creëren we een
nette afwerking en een die stevig is. Zo ook aan de uiteinden moeten ze
worden omgevouwen. Let bij het vastnaaien over de vleugels goed op dat elk
vleugeldeel precies in de vouw van die hoes komt. Als hulpmiddel kan
tweezijdige kleefband uitkomst bieden. Zitten de vleugelstokhoezen op
z’n plaats dan moet in de uiteinden een klein gaatje worden gemaakt voor
het opspan-elastiek. Gaatjes maken in dacron gaat voortreffelijk door een
afgezaagde spijker in een stukje hout (handvaatje) te slaan en die spijker
te verwarmen boven een vlam. De warme spijker smelt een prefect gaatje in
het dacron. Wat ons nu nog rest is de dacron strook waarmee we een lus
maken aan het staartstuk te naaien. Hierin wordt de staander op z’n
plaats gehouden. Ook hier weer twee gaatje schroeien voor het
opspanlijntje. Een alternatief voor het gaatjes schroeien is het opnaaien
van het elastiek of het opspanlijntje. Lastig werkje dat wel, maar je bent
dan direct klaar.naar boven
De staander wordt voorzien van de twee kruisstukken met V-stelling en een
nylon einddop. Deze wordt met de einddop geplaatst in de dacron versteviging
van de neus. Aan de onderzijde moet de staander door het lusje zijn gevoerd.
Met een maar paar centimeter overlengte steekt de staander onder uit de
vlieger. Door de splitdop te plaatsen en
het opspantouwtje door de gaatjes te knopen kunnen we de staander
opspannen. Nu kunnen de vleugelstokken in de hoezen worden geschoven. Door
ze in de kruisstukken te plaatsten krijgt de vlieger z’n vorm. Plaats op
de uiteinden de splitdoppen. Het elastiek door de gaatjes voeren en door er
een lus mee te knopen kunnen we het elastiek in de splitdoppen haken. De
spanning moet aan beide zijden gelijk zijn. Nu nog de zeillatten op lengte
maken, door ze met iets overruimte in beide dacrontasjes te plaatsen (een
beetje ruimte houden voor de einddoppen). De zeillatten aan beide uiteinden
voorzien van een nylon einddop. naar boven
TOOM EN STEUNLIJNEN
Om het geheel goed in vorm te houden moeten we de vlieger afspannen met
steunlijnen. Zo blijven de vleugels goed in lijn. Bevestig de lijnen aan het
lusje aan de bovenkant (neuszijde) van de vlieger om ze vervolgens door
gaatjes te knopen die onder de vleugelstokken in het dacron zijn geschroeid.
Als laatste bevestigen we de uiteinden van de steundraden aan de dacron
versteviging bij het staartstuk. De vleugels moeten precies evenwijdig
(onder- en bovenvleugel) blijven lopen. naar boven
|