Sanjo
In VLIEGER 90/2 beschreef Nop "Zo maar een SANJO" met een hoogte van 2 m. Ik weet dat deze SANJO
vele malen met goed gevolg is nagebouwd. Nop paste bij dit formaat coupe-naden toe om de bolling
van het middenveld niet te groot te laten zijn en om rimpels in dit veld te voorkomen (tekening 1).
Een coupe-naad is een wigvormige uitsnijding tussen twee naden, waarbij we de naden daarna naar
elkaar toe trekken en aan elkaar bevestigen. De liggers trekken daardoor licht omhoog als tegenwicht
tegen overmatige bollen van het middenveld en het trekken van rimpels. Voor de herkomst en enige
technische achtergronden van de SANJO verwijs ik naar het genoemde artikel van Nop.
Sanjo vechten.
Het SANJO-vechten is heden ten dage zeer in. Ik heb het vele malen op internationale vliegerfeesten
aanschouwd. Het is een geweldig spektakel als men echt aanvalt. De vliegers haken elkaar daarbij uit
de lucht of men tracht eikaars lijnen door te snijden. Het op de grond
terechtkomen schakelt de deelnemer uit.
In 1986 is Martin Lester tijdens het York festival in Europa met een International Rokkaku Challenge
begonnen. Er gelden enkele basis regels in het U.K. *). De regel wat betreft het minimum formaat wordt
zeker niet altijd rigoureus toegepast want vele malen heb ik afwijkende grootten gezien. Het meedoen is
tenslotte veel belangrijker dan het winnen!
Het formaat.
Aangezien het formaat SANJO van 2 m bij 5 Bft geweldig kan trekken was het mij iets te veel om daarmee
mee te kunnen doen. Daarom heb ik de SANJO kleiner, te weten met een hoogte van 1,5 m en l m, opnieuw
gebouwd. Zodra je dat doet kom je dingen tegen, die het vermelden waard zijn om een goed resultaat te
bereiken.
Zo is de keuze van de liggers en de staander erg belangrijk.
De l m hoge SANJO.
Bij de l m hoge SANJO had ik de liggers iets te stug gekozen (Ø 6mm
RF-blauw). Boven windkracht 6 Bft wilde hij - na zeer zorgvuldig tomen - wel goed vliegen; de gebogen
liggers buigen dan onder de heersende winddruk nog iets meer door. Zodra de wind echter minder was
bleef ik modderen aan de toom omdat er geen enkele beweging in de liggers te krijgen was. Hij rolde
en dook op de meest onverwachte momenten. Nadat ik de liggers had gewijzigd in het soepelere volglas
4 mm fiber werd het windbereik geweldig goed en is het een lust om er mee aan de slag te gaan. Om zo
licht mogelijk te zijn werd voor de staander 0 6 mm RCF-strong gekozen; de daarmee verkregen verticale
stugheid is erg belangrijk. Laat de staander aan de staartzijde ± 5 cm uitsteken zodat er nog kan worden
opgespannen. De rek bij vocht zorgt er na enige tijd voor dat het veld veel te slap komt te staan.
De SANJO moet in verticale zin strak opgespannen blijven.
Bij dit l m model heb ik geen coupe-naden gebruikt. Wel heb ik een l cm brede dacronstrip onder de
liggers gestikt om rek in de spanrich-ting van de liggers te voorkomen.
Door de druk op het middenveld willen de liggers naar het middenveld toe buigen; dat wordt hiermee
voorkomen. Bij het aftekenen van de velden moet op de aangegeven stofrichting gelet worden. Wijk hier
om zuinigheidsredenen niet vanaf. Alle velden worden met een l cm brede zoom aan elkaar gezet. Deze
zoom plat leggen en nogmaals door-stikken. De gehele omtrek van de vlieger is van zoomband voorzien.
Het middenveld werd niet (zoals bij het model van Nop) concaaf uitgesneden. Het midden van het middenveld
werd 1,25 cm ingenomen en een rechte lijn getrokken naar de liggeruiteinden.
De 1,5 m hoge SANJO
Als staander wordt wederom Ø 6 mm RCF-strong gebruikt. Voor de liggers is het gebruik van
Ø 6 mm RF-blauw toegepast. Bij dit model is tussen de ligger en neus en ligger en staart een
coupe-naad van l cm (beide velden - 0,5 cm) toegepast. De coupe-naad parallel aan de ligger heb
ik achterwege gelaten.
Voor beide modellen
De vier toompunten maken we als volgt. Maak met een soldeerbout een horizontale snede van 0,5 cm in
het doek en dacronband. Vouw een veter dubbel en steek het dubbelge-vouwen deel vanaf de rugzijde
naar de buikzijde. Laat de lus ± l cm uitsteken. Vouw op de rugzijde beide vetereinden uit elkaar
en stik op 0,3 cm vanaf de snede de vetereinden stevig vast. Met de vetereinden knopen we de ligger
vast. Aan de buikzijde hebben we nu het toombevestigingspunt dat direct de krachten overbrengt op het
frame (tekening). We stikken op de rugzijde op de plaatsen waar de liggers de staander kruisen een
stuk veter waarmee we staander en ligger aan elkaar knopen. De staander wordt bovendien in het midden
van het middenveld met een lusje van gevouwen Spinnakernylon op zijn plaats gehouden.
De v-stelling van de liggers verschilt licht van elkaar. De kromming van de bovenligger is een fractie
groter dan bij de onderligger. Bij de tekening staan de waarden vermeld gemeten tussen het dek en de
spanlijn.
Het inregelen van de toom
De samengestelde toom bestaat uit:
- een lijn tussen de twee toombevestigingspunten aan de bovenligger met in het midden een ring
- idem voor de onderligger
- een lijntje tussen de ringen in toomlijn a en b. Hierin is ook een ring opgenomen.
S = bevestiging aan frame
T = toombevestigingspunt
L = lusje
Met toomlijn c stellen we grof de vlieghoek in. Als de vlieger naar links scheef hangt de ring in
toomlijn a een heel klein stukje naar rechts verschuiven of omgekeerd. Vooralsnog laten we de ring
in toomlijn b in het midden zitten. Sanjo's reageren nogal heftig laag bij de grond; de uiteindelijke
instelling van de ring in toomlijn c moeten we dan ook met de vlieger op een zekere hoogte vaststellen.
Het uiteindelijke punt ligt vlak onder het punt waarop de vlieger nog nerveus van links naar rechts
beweegt of wil duiken.
Toegepaste basisregels in het U.K.
- De minimum hoogte moet 2 m zijn.
- Geen Kevlar- of glaslijn.
- Een team moet minimaal uit 2 personen bestaan.
- 3 ronden per vliegerfeest.
- Een ronde mag niet meer dan 15 minuten duren.
- 10 minuten tussen de ronden voor reparaties of om weer op krachten te komen.
- Aan de laatste 5 vliegers worden punten toegekend:
laatste in de lucht 6 punten
voorlaatste 4 punten
derde 3 punten
vierde 2 punten
vijfde l punt.
- De beste scores van een team uit twee festivals in een regio worden opgeteld.
|