| |
naar
boven
PIERSON
ROLLER
Deze
vlieger zie je in "het Zeeuwse" niet zo vaak en toch is het een
model wat al jaren bestaat. Op vliegerfeesten zie je ze vaak bij weinig
wind tussen de delta's en de genki's in staan. Het model leent zich goed
om op de thermiek te laten zweven. En zo op die luchtstijging zijn rondjes
draaiend komt dit oude modelletje er prima uit. Maar niet alleen in de
thermiek is het een aantrekkelijke vlieger, de prestaties zijn sowieso
goed. Het vliegbereik ligt tussen 1 ‑ 3½ Bft. Het dragend oppervlak
is 158 dm2, het gewicht komt op 180 gram.
Het relatief gewicht is dan 180 : 158 = 1.14 gr/dm2, een lichte
vlieger dus, speciaal voor zwakke wind!
MATERIAAL
1,8 m 32 grams spinnakerdoek
1
stuks RCF Ø 6 mm 1.50 m lang (staander)
stuks RCF Ø 6 mm 1,25 m lang (liggers)
2 kruisstukken met V‑stelling voor 6 mm
30 cm glasfiber Ø 2 mm
5 splitdop doppen 6 mm
1 nylon eind dop 6 mm
2 nylon eind dop 2 mm
2 m opspanlijn 1,5 mm
3 m toomlijn 1,5 mm
1 toomring
dacron voor versterkingen
ZEIL
We
beschrijven hier de zeilen bestaand uit het bovenste en onderste deel,
(zie zeilplan). Het bovenste zeil bestaat uit één vlak zonder naden. Het
onderste vlak bestaat uit twee delen, tussen deze delen wordt de kiel
opgenomen. Verder worden alle framedelen in tunnels (hoezen) gevat. Dit om
vervorming in de lucht zoveel mogelijk te reduceren. Maak deze tunnel dan
ook niet te wijd, anders kan het zeil nog steeds verschuiven ten opzichte
van het frame en dat maakt dat we links/rechts verschil krijgen. Dus een
afwijking! Voor de randafwerking gebruiken we spinnakerzoomband. We moeten
daarvoor geen extra zoomtoeslag meerekenen. Bij de middennaad van het
onderste zeil moeten we wel een zoomtoeslag meerekenen! Zo ook bij de kiel
moeten we die toeslag geven en wel aan de zijde waar de kiel aan het
onderste zeilvlak wordt gehecht. Snij
de zeilen zorgvuldig uit en let op zuiver haakse hoeken. De stroken voor
de tunnels kunnen ook worden uitgesneden. Neem hier aan beide zijden een
zoomtoeslag van 7 mm zodat we die stroken eerst kunnen omzomen voordat we
ze opnaaien. De breedte van die strook moet zijn: Ø 6 mm (framediameter)
x π = 3,14 ) : 2 = 9,4 mm. Hierbij optellen (4 x 7 mm =) 28 mm is
37,4. De strook maken we dan (met een beetje ruimte) 40 mm breed. Voor de
tunnel waar de onderste ligger doorheen komt nemen we Ø 6 mm
x π = 19 mm. Daar tellen we de zomen bij op, dus 19 + (4 x 7
mm) = 47 mm. Een beetje speling erbij maakt een tunnelstrook van 50 mm. Om
de afwerking zo mooi mogelijk te maken kiezen we er voor om de
dacronversterkingen eerst op de zeilen te naaien en daaroverheen dan de
randafwerking te stikken. Knip uit een restje dacron (een strook dacron
van b.v. 6 cm breed kan ook) de nodige verstevigingen. Door een papieren
malletje te gebruiken (waarbij de kromme lijn m.b.v. een passer wordt
gemaakt) krijg je steeds een zelfde grote en vorm van de stukjes. Voor de
dacronversteviging aan de top maken we een dubbele laag, waarbij de
buitenste laag iets kleiner wordt uitgeknipt.
SAMENVOEGEN
Bovenste zeil: we beginnen met de verstevigingen op de punten te naaien.
Zoals beschreven voorzien we de bovenste punt van een dubbele laag. We
maken hiermee een tasje waar het frame (voorzien van een einddop) kan
worden ingeschoven. Maak de totale opening van dit tasje kleiner door
parallel aan het frame een paar stiknaden te leggen. Zijn alle
verstevigingen (ook het toompunt bij de ligger) opgenaaid dan kan het
spinnakerzoomband erom heen. Vervolgens gaan we de tunnels omzomen en op
de juiste lengte maken. Elke tunnel moet beginnen of eindigen op een
versteviging. Dat maakt de constructie sterker.
Helemaal mooi is het om in die zoom op de uiteinden van de tunnels
een klein strookje dacron (b.v. 1,5 cm breed) te vouwen. Dat maakt de
opening extra stevig. Zet de tunnels eerst met spelden op het vliegerdekje
vast om vervolgens te gaan naaien. Stik op 7 mm van de rand langs de
tunnelstroken en werk de boel af door vlak langs de rand ( 2 mm ) weer een
stiknaad te leggen. naar
boven
Zitten
de drie tunnels op hun plaats dan is het bovendek klaar, op één ding na.
De opspanlijntjes aan de punten en in het midden bij de staander moeten nu
worden opgenaaid. Trek een denkbeeldige lijn van tussen de verstevigde
punt en de splitdop waar het lijntje naartoe moet en naai aan de
achterzijde van het dek een stuk lijn op de versteviging. Met een flauwe
zigzagsteek is dit best te doen. Een alternatief is een oogje inslaan of
een lusje opnaaien. Voor het toompunt branden we met een hete spijker een
klein gaatje precies daar waar de staander en het kruisstuk elkaar
kruisen, door de versteviging en het zeil heen.
Onderste
zeil: hier wordt de kiel opgenomen tussen de twee driehoeken. De kiel is
voorzien van een tunneltje waarin een stukje glasfiber moet komen.
Dit
fibertje zorgt voor de spreiding van de kiel. Maak hiervoor een strookje dat
aan de lange zijden wordt omgezoomd. Naai op de punten van de kiel eerst de
verstevigingen. Wat er mooi verzorgt uitziet is de verstevigingen aan beide
zijden van de kiel te naaien. Zit dit alles op zijn plaats dan spelden we
aan één zijde de tunnel tegen de kiel. Als de tunnel te lang is dan is dit
niet erg nadat we de tunnel hebben vastgenaaid knippen we de overschotten er
gewoon af. Bij de buitenste punt van de kiel waar deze tunnel zit
vastgespeld laten we een stukje van ongeveer 3 cm open. We stikken dus één
kant van de tunnel op het verstevigingstuk niet vast. Zo ontstaat een
invoeropening voor het glasfibertje. Deze opening wordt nadat alles in
elkaar is gezet met een paar steekjes (handmatig) gesloten. Het staafje kan
er dan niet meer uit vallen. Nu kan de spinnakerzoomband erom heen. Op deze
wijze hebben we een keurig afgewerkte kiel met een tunnel erop. In de
versterking slaan we een ring, ± 10 mm van de rand vandaan (zeilmakerij kan
uitkomst bieden). De
aangrenzende driehoekige vlakken worden van spinnakerzoomband voorzien en
dan kunnen we de drie delen op elkaar leggen en vastspelden. De kiel ligt
tussen de driehoeken in en de punten van de driehoeken liggen precies op
elkaar. Klopt dit alles, dan stikken we de delen aan elkaar vast.
Door ze vervolgens open te vouwen en de kiel naar een kant te leggen
geeft ons de mogelijkheid de zoom plat te stikken. Dan kan nu het
verstevigingstuk erop worden genaaid. Dit zit niet weggewerkt achter het
spinnakerzoomband, nou jammer dan. Hou
wel rekening met de aanwezigheid van de kiel bij het vastnaaien van die
onderste versteviging. Halverwege het stiksel de kiel weer uit "de
weg" draaien, anders word deze vastgestikt aan het vliegerdek. Ook
bovenaan, daar waar het kruisstuk komt moet en versteviging worden
geplaatst. Dit halve maantje moet zo groot zijn dat hiervandaan de stroken
van de tunnels kunnen vertrekken. Die stroken moeten worden vastgezet op die
versteviging. Het probleem is dan wel dat je rekening moet houden met de
breedte van het kruisstuk. De tunnel beginnen pas vlak naast dat kruisstuk,
dus er zit 7 cm ruimte tussen beide tunnels in. Om aan de voorzijde van de
vlieger toch een doorlopende tunnel te zien te krijgen, moeten we in
dezelfde kleur, met hetzelfde materiaal, een strookje op het dekje naaien
waar de tunnels later weer overheen komen. Maak het dus gerust 2 cm aan elke
kant breder, zoom de beide lange kanten om en zorg dat de zoom aan de
bovenzijde over het dekje heen naar de achterkant van het dekje kan worden
omgeslagen. De tunnels op de juiste lengte maken en hou rekening met de
omslag aan de uiteinden. Ook hier kan weer een smal strookje dacron worden
mee genaaid ter versteviging van de opening. Zijn beide tunnelstroken even
lang dan kunnen ze op het vliegerdekje worden vastgespeld. Denk aan de
ruimte voor het kruisstuk! Als alles klopt dan vast stikken met een dubbel
stiksel (7 mm en 2 mm van de rand vandaan).
Bij de tunnel uiteinden moeten we een lijntje vast stikken. Dit
lijntje gebruiken we om de tunnels strak te kunnen spannen. Rest ons nog een
opspanlijntje onder aan de vlieger te naaien en de naaimachine kan aan de
kant. naar
boven
FRAME
EN TOOM
Plaats de staander in de tunnel en schuif de kruisstukken op hun plaats.
Monteer aan de bovenzijde de nylondop, onderaan komt de splitdop. De
staander in het tasje boven aan de vlieger schuiven en het onderste
opspanlijntje losjes aan de splitdop knopen. Nu de liggers precies
doormidden zagen. Schuur met een schuurpapiertje de uiteinden iets rond. Dit
vergemakkelijkt straks het door de tunnel schuiven van de liggers. Duw op de
uiteinden de splitdoppen en plaats de liggers door de tunnels heen in de
kruisstukken. De opspanlijntjes kunnen aan deze splitdoppen worden
bevestigd. Met het lijntje dat naast de staander aan het bovenzeil zit maken
we een verbinding met het onderzeil. Sla deze lijn kruislings rond het
kruisstuk en zet een beetje spanning erop. Het zeil wordt over de staander
strak gespannen. Niet te veel! Anders ontstaan er onnodige rimpels. De
onderste punten van het bovenzeil moeten worden verbonden met de splitdoppen
van de onderligger. Zet hier ook niet te veel spanning op en maak een
schuifknoop zodat een beetje variëren met die lijnlengte mogelijk blijft.
Maak het glasfibertje op lengte en zorg dat de einddoppen erop zitten
voordat het in de tunnel wordt geschoven. Dit fibertje mag met wat speling
in de lengte in dit tunneltje zitten. Vergeet niet de opening (deels) dicht
te naaien.We knopen de toomlijn om de staander en het kruisstuk heen en
beneden knopen we hem vast aan de kiel. De lijn moet ongeveer 2 m lang zijn.
In deze lijn wordt een toomring opgenomen, op zo'n wijze geknoopt dat het
verstellen mogelijk blijft (kattenklauwknoop).
OPLATEN
Zoek een vliegerstek met een ongestoorde wind van 2 Bft. Bevestig je
vliegerlijn (1 mm lijntje is sterk genoeg) aan de toomring. Zoek het juiste
punt voor bevestiging van de toomring. Hou wel in de gaten dat op 5 meter
hoogte nog erg veel turbulente wind staat, dus lijn geven tot 30 meter geeft
een beter resultaat. Dit modelletje is zonder staart of luchtanker te
vliegen. Veel plezier met je nieuwe aanwinst.
naar
boven
|