PELY VARIANT 
 

PELY VARIANT 

Dit is een afgeleide van de pelybox, een gevleugelde doosvlieger (oorspronkelijk ontwerp van Peter Lynn). Met een leuke kleurcombinatie zal dit een schitterende vlieger worden. Hoewel de vorm doet vermoeden dat het hier om een ingewikkeld model gaat is het bouwen ervan echt niet moeilijk. En ondanks het feit dat er een houten frame in wordt verwerkt kan deze vlieger toch een flinke hoeveel­heid wind verdragen (windbereik van 4 tot 6 Bft).  Op de foto is een aangepaste versie te zien. Meer lichamen / cellen zijn toe te voegen in zowel de hoogte als de breedte. 

MATERIAAL
3.2 m1 spinnakernylon 104 cm breed.
26 m1 spinnakerzoomband
5 ramin staanders Ø9 mm, 1.36 m lang
3 ramin spanners Ø7 mm, 1.90 m lang
6 ramin masten Ø7 mm,  0.7 m lang

6 splitdoppen Ø7 mm.

6 sleutelringen 20 mm.
dacron voor verstevigingshoekjes 

ZEILEN

De beschrijving is gebaseerd op gebruik van één kleur voor alle vlakken, hiervan afwijken is zeker mogelijk. In deze beschrijving is in de tekeningen met kleuren gewerkt om de diverse vlakken onderling beter te kunnen onderscheiden de beschrijving wijkt van die kleurvlakken af. De vlieger bestaat uit  verschillende vlakken: 6x de kiel, 12x het grote onderste vlak met daaraan vast de vleugel of het bovenvlak en 6x het losse bovenvlak . In deze opbouw is gekozen voor een doorlopend vlak van aan­hechting met de kiel naar de vleugelpunt. Op deze manier zitten de vlakken zo aan elkaar dan de naden amper te zien zijn en alle tunneldelen zitten aan de binnenzijde verwerkt. naar boven Omdat elk vlak meerdere keren moet worden uitgeseald is een mal onmis­baar. Besteed hier de nodige aandacht aan en de eerste stap naar succes is gezet. Voor de randafwerking is gekozen voor spinnakerzoomband zodat hier geen extra zoomtoeslag moet worden berekend. De toeslag om de vlakken aan elkaar te naaien houden we op 7 mm. Seal alle vlakken uit en voorzie ze vervolgens van de verstevigingshoekjes. Deze zijn gesitueerd op de scherpe punten  van elk zeil. Voorzie de zeilen van verstevigde doorvoerpunten (aan beide zijden van het doek). Hierdoor komen de spanners of de masten. Deze doorvoerpunten kunnen worden versterkt met dacron of meerdere lagen spinnakernylon b.v van dezelfde stof (en kleur). Daarna kan de randafwerking er omheen. We kunnen vervolgens de tunnelstroken gaan maken. Deze stroken hebben we nodig voor de tunnels in de verbinding van zijvlakken met de kiel en bij de verbinding van de zijvlakken onder en boven met de vleugelvlakken. De eerst genoemde (tunnel uit één stuk voor de 3 elementen) hebben een lengte van 3 x 42 cm (plus 2 x 7 mm zoom) = 127.4 cm en de andere 6 stroken moeten 21 cm (plus 2 x 7 mm zoom) = 22,4 cm lang worden. Seal hiervoor strookjes uit van 41 mm breed (rekenvoorbeeld (9 x π) : 2 = (9 x 3.14) : 2 = 14 mm met 4 x 7 mm zoomtoeslag = 42 mm). Maak deze tunnels niet te breed want bij bredere tunnels gaat het frame er wel gemakkelijk in maar wordt de vlieger niet stijver. Met nauw sluitende tunnels maak je een stijver geheel, het frame krijgt dan steun van het opgespannen doek. Aan een tunnel van de staander wordt naar drie richtingen getrokken! Zijn de tunnels uitgesneden en omgezoomd dan kan het echte naaiwerk beginnen.naar boven

SAMENVOEGEN VAN DE ZEILEN
Leg de twee grote zeilen precies op elkaar met de kiel er tussen en stik op 7 mm van de randen alles aan elkaar. Vouw daarna de twee grote zeilen naar de andere kant en stik weer op 7 mm van de eerste stiknaad deze twee zeilen aan elkaar. De kiel zit nu tussen deze zeilen opgesloten. Over deze naad moet nu aan de binnenzijde van de vlieger, de tunnel worden vastgezet.
Meet (naar beide zijden) 14 mm vanaf de middennaad en zet hier een hulplijntje met een zacht potlood. Speld de tunnel parallel aan de naad zorgvuldig vast en stik hem op 7 mm van de rand op beiden zeilvlakken vast. Probeer even of het framemateriaal er doorheen kan. Klopt dit allemaal dan de zoom aan de buitenste rand nog een keer vast stikken en de tunnel is klaar. Dit herhalen we bij alle kielen. Nu gaan we de verbinding maken met het kleinere zeilvlak. Dit heeft exact dezelfde vorm en afmeting als de bovenste helft van het grote vlak en door het daarop vast te spelden en de buitenranden met elkaar gelijk te houden kunnen we op simpele wijze tot de juiste maatvoering komen. Stik het kleinere zeil vast aan het grote maar houd goed in de gaten dat de naad aan de binnenkant van de vlieger moet komen. De punt van het grotere zeilvlak vormt zo de vleugel en de zoom komt in de tunnel. Denk er tijdens dit karweitje aan dat bij het doorvoerpunt een veter moet worden opgenomen in deze naad. Die veter moet later de spanner/ligger tegen de staander aantrekken. Vergeten we deze veter dan komt tijdens het vliegen veel kracht op de gemaakte opening in het doorvoerpunt en zal het frame niet stijf genoeg zijn. naar boven Deze verbinding moet aan de binnenzijde worden voorzien van een tunnel. Ook hier naar beide zijden 13 mm uitzetten vanaf de middennaad en trek een hulplijntje met een zacht potlood. De tunnelstrook langs dit lijntje vastspelden en vast stikken. Con­troleer weer of het frame door de tunnel gaat (lekker strak). Als laatste maken we de centrale tunnel. Die behoeft geen extra tunnelstroken want door de twee stiknaden op 14 mm van elkaar te leggen ontstaat er een tunnel. Ook hier geldt dat een veter moet worden opgenomen in de naad  om de spanner/ligger tegen de staander aan te trekken (hou rekening met een minimale verdikking). Op de kielen komen aan de binnenzijden weer tunnels waar de masten door worden gevoerd. De tunnels begin­nen op de verstevigingsdriehoeken op de punten en eindigen op de zoom van de kiel met de aangrenzende vlakken. De lengte van de tunnelstroken zelf te bepalen i.v.m. de grote van de verstevigingshoeken, maar denk eraan, aan beide uiteinden omzomen. Op de vleugels worden geen tunnels toegepast. Als laatste moeten we in de verstevigingshoekjes, van de bovenste zeiltjes, holnieten slaan. Hierdoor komen de sleutelringen. Om de opspanning verder rondom mogelijk te maken, gebruiken we lijntjes die we op de verstevigingsstukjes en de tunnelstroken naaien. Maak die lijntjes niet te kort, dit maakt het opspannen tot een lastig karwei, terwijl langere lijntjes zich beter laten vastpakken.  

FRAME
De ramin staanders worden op lengte gemaakt voorzien van een opspansleuf (zaag­snede) en vlak daaronder worden ze van een wikkeling met dun nylondraad voorzien. Deze laatste moet worden afgelakt met b.v. nagellak of celluloselak. Ze kunnen nu in de tunnels worden geschoven. naar boven

Op de masten plaatsen we bij de sleutelringen aan de top van de driehoeken een splitdop. Die past goed over de bovenzijde van de sleutelring. Aan de kielzijde moet weer een opspansleuf worden gemaakt, voorzien van bijhorende wikkeling. Door deze mast b.v. 5 cm onder de kiel uit te laten steken staat de vlieger bij het opbou­wen altijd iets boven de grond. De zeiltjes worden dan niet zo snel vochtig of vuil. Als laatste maken we de spanners/liggers op de juiste lengte. Ook hier geld niet te kort maken zodat naspannen mogelijk blijft. Weer het zelfde recept, opspansleuven met afgelakte wikkelingen. Dit geeft niet alleen een verzorgde indruk maar het voorkomt dat de opspansleuf door de grote kracht van de opspanlijn niet kan uitscheuren. De zeilen worden ter plaatse van de staander waar de spanner/ligger op ligt met elkaar verbonden door een spanlijntje, de onderlinge afstand tussen de elementen goed in de gaten houden!

TOOM
Door simpelweg een V-lijn te maken van een 2 mm lijntje, met hierin opgenomen een toomring is de vlieger klaar voor gebruik. Het model behoeft geen staart of ankers, maar wel een stevige 2 mm vliegerlijn. En dan is het wachten op een mooi briesje ( 3,5 a 4 Bft) om dit model uit te proberen. Veel succes met je Pely variant.naar boven

Stuur ons je mening per E-mail