Lexifoil
Naar aanleiding van diverse artikelen in VLIEGER over flexifoils en speedfoils heb ik
een eigen ontwerp gemaakt dat ik LEXIFOIL noem, hetgeen een woordspeling is met mijn naam.
Mijn ontwerp heeft enige snelheid in moeten leveren ten opzichte van de speedfoil,
maar is enorm wendbaar. Zeker geen vlieger die alleen grote liggende achten kan maken.
Keuze van het ontwerp.
Wat heb ik gedaan? De flexifoil (1,8 x 0,6 m2) wordt altijd beschreven als niet zo'n scherpe bochten vlieger.
Een snelle versie is er al, dus wilde ik een wendbare flexifoil. Mijn theorie is dat wanneer
een flexifoil in het midden smal (slank) is en naar de zijkanten dieper wordt, er bij een stuurbeweging
meer oppervlakte in de wind is, zodat hij sneller reageert. Ik ben op zoek gegaan naar bouwbeschrijvingen.
In VLIEGER 88/5 stond de flexifoil beschreven, maar de beschreven maten van het tussenschot waren inclusief
de zoom, hetgeen omrekenen naar een kleiner profiel lastig maakte. VLIEGER 91/2 leverde mij een 450 mm
profiel van de speedfoil
exclusief zoom; dus ideaal voor omreken werk. Ik ben wat gaan tekenen teneinde te bepalen welk bovenaanzicht
de lexif oil moest gaan krijgen, wat de afstand tussen de schotjes moest zijn, welk verloop in breedte er
moest komen, enzovoort.
Het gekozen profiel.
De 13 schotjes staan op 150 mm van elkaar met in het midden een slank stuk van 300 mm breed en geen lompe
vleugels. Er zijn 5 verschillende profielen nodig met steeds dezelfde vorm alleen groter respectievelijk
kleiner dan het profiel ernaast. Ik heb de coordinaten aangehouden
van het speedfoil profiel. Alle coordinaten voor bijvoorbeeld het 600 mm profiel zijn die van het 450 mm
profiel vermenigvuldigd met de factor 600/450 = 1 1/3. Op dezelfde wijze zijn ook de 3 andere profielen
ontstaan. Een punt van deze profielen moet steeds op een lijn liggen. Bij het 450 mm profiel ligt dit op
22 mm onder de x-as op 12 mm van de neuszijde en bij het 600 mm profiel zijn deze maten respectievelijk
29,3 en 16 mm. Dat is de voorkant van de tunnel. Hierdoor verschuift de 0-lijn van het 600 mm profiel in
de doorsnede 7 1/3 mm omhoog ten opzichte van het 450 mm profiel. De neus van het 600 mm profiel steekt
4 mm naar voren ten opzichte van het 450 mm profiel, vandaar het 146 mm verschil aan de staartkant.
Deze verschuivingen resulteren in een 150 mm verloop in de diepte, de boiling in het profiel. Deze
3 factoren maken het wenselijk het onder- en bovendek uit 5 delen op te bouwen. De delen A en C zijn
rechthoekig: A onder 2 x 670 x 150 mm A boven 2 x 630 x 150 mm C onder 1 x 520 x 300 mm C boven 1 x 470 x 300 mm.
Deze maten zijn exclusief de zoom en eventuele extra strook aan de staartzijde. De onderstukken zijn echter
wel inclusief de 60 mm voor de tunnel.
De B-stukken heb ik niet zomaar recht durven maken hi verband met het trekken van de stof door de bolling.
De opbouw.
Het 450 en 600 mm profiel heb ik met een vormvaste constructie (gemaakt van 2 mm dik karton) zodanig aan
elkaar verbonden, dat ze precies die positie innemen, die ze in de vlieger ook zouden krijgen. Dat wil zeggen
600 mm hart op hart op de nullijn van het 600 mm profiel, 7 1/3 mm hoger en de neus 2 mm naar voren. Zorg dat
er niets buiten de twee profielen uitsteekt, dan kun je door patroonpapier over de twee profielen te spannen
precies de vorm van het boven- en onderdek bepalen. Let wel op de gaasstrook van ± 22 mm (de afstand van de
tunnel tot de ncus van het 450 mm profiel) en reken voor de onderstukken er 60 mm bij voor de tunnel en zomen.
Stikvolgorde.
Voeg eerst de onder- en bovenstukken samen, ga dan verder zoals beschreven in VLIEGER 91/2 en 94/5.
De benodigde hoeveelheid stof van 104 cm breed is ± 3 1/4 m.
Profielmaten afgeleid van de speed-foil VLIEGER 91-2.
450,0 mm als speedfoil
487,5 mm x 487,5/450 = 1 1/12
525,0 mm x 525,0/450 = 1 1/6
562,5 mm x 562,5/450 = 1 1/4
600,0 mm x 600,0/450 = 1 1/3
De oorspronkelijk berekende coordinaten voor de speedfoil zijn hieronder vermeld:
X-as | boven Y-as | onder Y-as |
0 | 0 | 0 |
6 | *12 | *22 |
11 | 19 | 28 |
23 | 28 | 34 |
34 | 32 | 38 |
45 | 36 | 42 |
68 | 40 | 47 |
90 | 40 | 50 |
113 | 38 | 52 |
135 | 35 | 52 |
180 | 30 | 51 |
225 | 25 | 47 |
270 | 20 | 40 |
315 | 15 | 31 |
360 | 10 | 21 |
404 | 5 | 10,5 |
450 | 0 | 0 |
* = punt onderkant gaas.
Vlieggedrag.
Met een standaard set stokken heeft hij net als alle andere flexifoils wat wind nodig. Hij reageert vlot op
stuurbewegingen, maakt een draai die ongeveer om zich zelf been gaat Ø 1,5 a 2 meter. Er zijn zelfs wat
scherpe hoeken mee te maken. Bij windkracht 5 Beaufort en meer trekt
hij als een lier. Mijn gevoel zegt me dat hij inderdaad wendbaarder is, maar ik ben bevooroordeeld.
Het slanke silhouet met de bredere vleugels is in ieder geval erg mooi en tegengesteld aan de peel
die juist naar buiten versmalt.
Ik wens u succes toe.
|