(1988/5)
Niettegenstaande de flexifoil een van de eerste stuntvliegers is, is er
toch nog weinig of niets over geschreven.
Waarschijnlijk komt dit door dat het zelf bouwen toch wel de nodige tijd
en vooral geduld vergt. Waag een poging tot
zelfbouw: Wees niet meteen ontmoedigd- met de eerste zal je wat problemen
hebben, maar de volgende zullen
beslist gemakkelijker gaan.
Benodigdheden:
De bouw |
Voor dat je de stof-koopt moet je je er eerst van overtuigen, dat de stof
bijna luchtdicht is. Doe dit door de stof tegen
je lippen te drukken en te zuigen, er mag geen lucht door komen. De flexifoils die we gaan bouwen zijn 180 cm breed en 60 cm diep.
|
Snij eerst 2 lappen van 182 x 72 cm ( doe dit met een soldeerbout, dit
voorkomt rafelen). Laat rondom 1 cm over voor
de zomen. Teken dan met potlood de 10 cellen er in, 18 cm uit elkaar. Je
krijgt nu een bovenen een onderdek. Het
ene laat je zo, dat wordt het bovendek. Met het onderdek doen we het
volgende: Teken achter de 1 cm zoomlijn 2 lijnen op 4 cm van elkaar; dit wordt de tunnel. Stik aan de binnenzijde van de tunnel een lus, na eerst een versteviging van 6 x 6 cm te hebben aangebracht. Vouw de lus iets naar binnen. Zigzag de 2 x 4 cm en vouw de 1 cm zoom terug naar binnen. De strook gaas van 182 x 5,5 cm (breedte 1 cm zoom, 3,5 cm en weer 1 cm zoom) stikken we met de zoom in het zigzagwerk. Vouw de andere zoom om. De omgevouwen zoom van het bovendek haakt in de zoom van het gaas, waarna vast te stikken.
|
Snij nu 11 x de schotten uit. Het afgebeelde schot is rondom inclusief de
5 mm zoom! Teken op het schot steeds de
plaatsen waar de tunnel en het gaas moeten komen, dit vergemakkelijkt het
in elkaar zetten.
|
Naai nu de schotten aan de dekken, het eerst op het onderdek. Let op!
Begin vooraan bij de tunnel, dus eerst de
gehele onderkant. Als dit gedaan is naai je de bovenzijde vast; naai de
tunnel niet dicht!
De staartzijde is nu nog open. Het kan zijn dat de bovenzijde nog iets te
lang is-, snij dit af tot er nog + 1,5 cm over
is. Naai de staartzijde dicht en hij is klaar. Nu de stok er in en het
veld op; wacht op windkracht 5 a 6 en je kan je lol
op. Bij het oplaten houdt een man de vlieger vast en de andere de stok
met daaraan 2 lijnen van + 40 a 50 m. Trek bij
het oplaten de lijnen niet te strak maar laat de wind de vlieger
optillen.
Noot van de redaktie:
|