gevleugelde doosvlieger

(1998/5) Dit is een klassieke vlieger, die eventueel te vergroten is en ook in trein is te vliegen. Het model heeft wel enige overeenkomsten met de Codyvlieger. De sierlijk gebogen vleugels en in dit geval een heel eenvoudige opspanning, die vlak langs de zijden van de dozen oopt, maakt dat dit geen moeilijk model is. De vlieger heeft een vrij steile vlieghoek en heeft een windbereik van 2 tot 5 Bft.

Materiaal.
2 m2 40 grams spinnakernylon.
4 stuks RCF Ø 6 mm lengte 1,25 m.
4 stuks Raminhout Ø 8 mm lengte 1 m.
4 splitdoppen 6 mm.
Biasband of spinnaker-zoomband.
Restjes dacron voor verstevigingen.
12 Aluminium toomringen.
5 m toomlijn.

Zeilen.
Om de beide vleugels goed te kunnen uitsnijden met een soldeerbout is een nal nodig. Maak deze mal secuur en van stevig karton. Voor de randafwerking is gekozen voor biasband, maar spinnaker-zoomband kan ook worden gebruikt. We moeten alleen een zoomtoeslag bijtellen bij de stroken waarmee we de dozen samenstellen. Deze worden uit losse zeiltjes opgebouwd. De zoom moet aan de buitenzijde van de doos komen. Dit maakt het mogelijk om de vleugels aan de doos te stikken. Vervolgens moeten nog een achttal strookjes voor de tunnels gemaakt worden. Hier is de hoogte van de doos dus 22,5 cm rekenen te bij een breedte van Ø 8 mm x pi : 2 = 13 mm plus 4 x 7 mm zoomtoeslag = 41 mm. Als laatste de tunnels voor de vleugelstokken. Twee met een lengte van 40 cm en 6 stuks met een lengte van 22 cm. Hier zit de zoom van 7 mm al bijberekend. Voor de breedte rekenen we weer, Ø 6 mm x pi : 2 = 10 mm plus 4x7 mm zoomtoeslag = 38 mm.

Volgorde van bewerking en het in elkaar zetten.
Voorzie de onder- en bovenzijden van de doos van bias-band. Als dit gedaan is kunnen de dooselementen in elkaar worden genaaid. Leg de zeiltjes op elkaar en stik nu op 7 mm van de kant de schotjes aan elkaar. Als de doos in elkaar is genaaid moeten de zomen aan de buitenzijde van de doos zitten. Zoom de tunnels voor de staander 7 mm om aan de langste zijde en naai een bias-bandje over de stofrand aan de korte zijde. De tunnels kunnen nu in de hoeken van de dozen worden vastgenaaid. Eerst nauwkeurig uitmeten en vastspelden. Vervolgens met een stiksteek vastnaaien en daarna platstikken. Naar de dacron-versterkingshoekjes op de vleugelpunten en zoom de vleugels af met bias-band. Meet nauwkeurig de plaats uit waar de vleugelopspanstokken komen en vergeet niet de versterking vlak bij de dooslichamen. Deze versterking van dacron is belangrijk daar de staander hier niet van een tunnel wordt voorzien, de versteviging moet op deze plaats wel de nodige werking van het frame opvangen. Zoom de tunnels aan alle zijden 7 mm om en stik de tunnels op de vleugel en zorg dat ze goed op de dacronverstevigingen worden vastgezet, Vervolgens moeten ze worden plat gestikt. Dan kunnen de vleugels aan de dozen worden gestikt. Zorg dat de zomen van de dozen aan de achterzijde van de vlieger komen, in ons voorbeeld is gekozen voor het werken met een los bandje aan voor- en achterzijde van deze naad. Waarom we hiervoor gekozen hebben mag duidelijk zijn als de afwerking van de vlieger met bij voorbeeld zwart bias-band wordt gedaan. Dit zwarte bandje omsluit de lichtere kleur van de zeiltjes. Op de plaats van de vleugelaanhechting creeren we zo ook een omsluiting van de verschillende vlakken. Dit maakt het geheel vele malen chiquer. Het oog wil ook wat! Nadat de dozen aan de vleugels zijn vastgenaaid en de bandjes over deze naad zijn gelegd rest ons nog de bevestiging van de opspandraadjes aan de vleugelpunten en de boven- en onderzijde van de vleugels. Maak deze niet te kort. Het naaiwerk zit er nu op.

Frame.
Voor de staanders hebben we gekozen voor ramin hout. Deze staanders steken buiten de vlieger uit. In deze uiteinden is een gleufje gezaagd (met een ijzerzaagje) van ongeveer 7 mm diep. Hierin kan het opspanlijntje worden gelegd. Dat lijntje zit geborgd door middel van een knoop in dat lijntje. Wil je een waarborg dat het hout niet scheurt (splijt) leg dan net onder deze gleuf een paar wikkelingen met een dun nylon lijntje dat afgelakt wordt (bijvoorbeeld nagellak). De uiteinden van de vleugelspanners komen in de splitdoppen. Het opspannen dient gelijkmatig te gebeuren en we moeten er voor zorgen dat in opgespannen toestand de doos goed haaks van vorm is. Dit is simpel te controleren door de diagonale lijnen tussen de staanders te meten. Deze moeten gelijk zijn. Corrigeer eventueel door de spanning op de vleugelpunten bij te stellen.

Toom.
Op de tekening is een vierpuntstoom afgebeeld wat een goede mogelijkheid is. Het is echter ook mogelijk een tweepuntstoom toe te passen door aan de twee toppen van de staanders een lijntje van 1,5 m lengte te knopen en in het midden daarvan een aluminium toomring te knopen. De vlieger krijgt op deze manier een beetje de vrijheid om zich tijdens een windvlaag zelf in te regelen. Bij de vierpuntstoom moet de lengte van de ondertoom (de toomlijn van de bovenzijde van de onderste doos naar de toomring) proefondervindelijk worden vastgesteld. Hangt de ondertoom slap dan iets inkorten of staan ze steeds te strak dan iets vieren.